Met de toenemende belangstelling voor monomestvergisting is de volgende vraag weer actueel: Wat is het effect van digestaat op de bodemgezondheid en -kwaliteit? Dit was één van de eerste vragen zeven jaar geleden van de deelnemers van het praktijknetwerk ‘Microvergisting in de praktijk’. KTC De Marke neemt sinds een aantal jaren deel aan dit praktijkwerk en heeft ervaring met het bemesten met digestaat. Het is algemeen bekend dat vergiste mest minder organische stof bevat dan onvergiste mest. Bij het vergistingsproces wordt namelijk via methaan koolstof afgevoerd. Dit betekent dat deze koolstof niet met de mest in de bodem komt. Daarnaast bevat vergiste mest meer minerale stikstof dan onvergiste mest, wat automatisch leidt tot minder organisch gebonden stikstof. Maar hoeveel is dat eigenlijk in de praktijk. Op KTC De Marke worden alle percelen al vijftien jaar bemest met vergiste mest ofwel digestaat.
“Zelfs op deze gevoelige droge zandgronden is het bodemorganische stofgehalte in 15 jaar niet gedaald’’, concludeert Zwier van der Vegte. Hij stelt zelfs dat het organische stofgehalte in de bodem zelfs licht is gestegen van 4,3 naar 4,5 procent in dit tijdbestek.
Afbraak organische stof tijdens proces
Zwier van der Vegte legt uit dat tijdens het vergistingsproces van pure mest ongeveer 30 procent van de organische stof wordt afgebroken. Door dit proces verdwijnt een aantal specifieke voedingsstoffen uit de mest, wat een negatief effect zou kunnen hebben op het bodemleven. Het is niet duidelijk hoe groot dat effect is en in hoeverre dat van invloed is op de bodem.
Naast deze dertig procent blijft er dus nog 70 procent van de organische stof aanwezig. Bij het uitrijden van het digestaat komt deze in de bodem terecht.
Op de Marke heeft het toepassen van mestvergisting geen negatief effect op de bodemkwaliteit. ‘’Het deel van de organische stof dat afgebroken wordt tijdens het vergistingsproces is geen effectieve organische stof, het wordt ook in de bodem snel afgebroken en draagt niet bij aan het bodem organische stof, blijkt uit de praktijk’’, zegt Van der Vegte.
Stijging organische stof in bodem op droge zandgrond
“Het is opmerkelijk dat wij na 15 jaar op deze gevoelige droge zandgronden een plus realiseren. Wij hebben te maken met minder toevoer van organische stof’’, legt Van der Vegte uit. “Wij produceren jaarlijks ongeveer 10 ton droge stof gras per hectare, terwijl op vochthoudende grond dit vaak hoger is. Hoe hoger de gewasopbrengst des te hoger de gewasresten en des te hoger de toevoer van organische stof naar de bodem”, gaat hij verder. Toch laat De Marke in de praktijk zien dat het tegendeel waar is en dat de bodem gezond blijft ook met bemesting van digestaat.
bron:www.microvergisters.nl