BioEnergy Farm 2
In de meeste Europese landen is de biogassector ooit begonnen met het vergisten van mest op de boerderij. Al snel werden co-producten als mais, graan en gras toegevoegd om de gasproductie te vergroten.
Tijdens het eerste BioEnergy Farm project, waarin boeren werden geïnformeerd over co-vergisting en werden geholpen bij het schrijven van business plannen, bleek dat de houding van de sector en het publiek ten opzichte van (grootschalige) co-vergisting in de afgelopen jaren steeds negatiever is geworden. De food-feed discussie is een relevante discussie voor de biogassector in Nederland.
Ook de economische haalbaarheid van co-vergisting zakte zeer snel door dalende energieprijzen en stijgende biomassakosten. Een aantal vergisters ging failliet en de bouw van co-vergisters is sterk gereduceerd in Nederland.
Uit de biogasscan van het eerste BioEnergy Farm project bleek dat de meeste boeren alleen geïnteresseerd zijn in boerderijschaal vergisters, welke alleen mest van eigen boerderij vergisten. Dezelfde mening kwam naar voren tijdens de workshops en excursies die georganiseerd werden voor de boeren. Om de behoefte aan kennis rondom mono-mestvergisting en boerderijschaalvergisting te vervullen is dit project opgestart, BioEnergy Farm II.
Dit project focust volledig op boerderijschaal vergisters waarbij alleen mest en voerresten van de boerderij vergist worden.
In België is de implementatie van boerderijschaal vergisters in de laatste jaren zo snel gegaan, dat deze installaties nu in de meerderheid zijn. Doel van dit project is om het succesverhaal uit België Europa-breed te implementeren.
Vanuit het project worden boeren geïnformeerd over bestaande opties voor boerderijschaal vergisting. Zowel qua vergisterkeuze, alsook hoe het gas vervolgens zal worden ingezet.
Met een online en een offline scan worden veehouders geassisteerd bij het onderzoeken van de mogelijkheden van een boerderijschaal vergister op hun bedrijf.
Binnen de haalbaarheidsstudies zullen verschillende manieren van het gebruik van biogas worden geanalyseerd: zoals productie van elektriciteit en warmte met een WKK installatie, gas opwerking en invoeding in het aardgasnetwerk, het produceren van warmte met een biogasboiler en het opwerken van biogas naar transportbrandstof. Om de rentabiliteit van de boerderijschaal installaties te verbeteren, wordt de verwerking van (overschots-) mest ook meegenomen. Naast de milieuvoordelen van het geproduceerde biogas en de reductie van broeikasgas uitstoot uit mestopslagen, kan ook mestverwerking de duurzaamheid van de veehouderij verder versterken.
Verder wordt binnen het project gekeken waar juridische of financiële belemmeringen liggen voor de verdere ontwikkeling van boerderijschaalvergisting. Waar nodig zal richting beleidsmakers aangegeven worden waar het beleid beter kan en worden goede voorbeelden uit andere landen gedeeld. Op deze manier proberen de projectpartners ook de beleidsmatige kant rond micro vergisting te verbeteren en te ondersteunen.